dinsdag 1 september 2009

Het is klaar

Zoals Roosbeef dus al zong “Het is mooi, het is klaar, het is goed, het is gedaan”, geldt dat ook voor deze website. We gaan weer terug naar het originele weblog en die vind je hierrrrr

vrijdag 28 augustus 2009

Ziek

Ik geloof dat ik de Mexicaanse griep heb. En het doet niet eens aan Mexico dénken.

woensdag 26 augustus 2009

Over hoe ik in het echt ben

“Maar het leuke aan bloggen is toch juist dat je het anoniem kunt doen,” zei één van de andere bloggers vlak voordat we het podium opmoesten.Een honderdkoppig publiek staarde ons vanuit het duister aan. Toen gaf Leon Verdonschot de microfoon aan de anonieme blogster.
Ze kuchte.

Vanaf een zachte bank, die ter decoratie op het podium was neergezet, staarde ik vergenoegd naar het publiek. Ondertussen nam ik wat slokken van mijn water en verstopte een keelsnoepje achter mijn kiezen. Ik kon bijna niet meer praten omdat mijn stem zich al drie festivaldagen lang op de verkeerde toonhoogte bevond. Die van hysterische metalzangeres met rauw randje. Terwijl mijn stem zich toch beter liet lenen voor het licht hijgerige genre van franse chansons. Of, met een beetje goede zin, voor sprankelende Duitse schlagers.

Daar dacht ik over na tot Leon mij bij zich op het podium riep.Snel slikte ik het keelsnoepje door, maar hij bleef lelijk achter mijn huig hangen waardoor ik wat benauwd mijn entree maakte. In de verte hoorde ik in het publiek mijn vrienden besmuikt gniffelen.

“Zo Renske”, sprak Leon vriendelijk. “Op je blog zeg je: schrijven is ontdekken wat je niet begrijpt. Wat bedoel je daarmee?”
Ik vroeg me naarstig af wat ik daarmee had bedoeld. Maar ik wist het niet.
“Ik ben heel gelukkig”, antwoordde ik daarom maar. Er zou een moment in mijn carrière komen dat ik wel de antwoorden op de vragen zou weten, maar dat moment was vandaag nog niet aangebroken.
“Dus je bent heel gelukkig?” vroeg Leon gemakshalve door. Hij was ook duidelijk de draad kwijt.
“Saai!” riep iemand uit het publiek.

Langzaam gleden mijn gedachten af naar mijn eerste spreekbeurt op de basisschool. De blikken van de kinderen uit mijn klas. De ongeorganiseerde chaos die mijn woorden opriepen.
“Je gaat nu je blog voorlezen”, liet Leon mij uit mijn gedachten opschrikken.Ik knikte.Met een grove armbeweging bracht ik de microfoon naar het statief. Daarna begon ik mijn verhaal voor te lezen.
Het lukte.
En voor even was het heerlijk om niet meer een anonieme blogger te zijn.

Voor al mijn blogberichten klik HIER

maandag 24 augustus 2009

Waar we hier voor zijn

Dit is het verhaal dat ik tijdens de Lowlands-blogwedstrijd in de Magneetbar, onder meer, heb voorgelezen. Gebaseerd op drie dagen Lowlands (2009).

Op kleine kampeerstoeltjes zitten we voor de tent en kijken hoe de regen in dikke druppels langs het tentdoek glijdt, tot vriend F. plotseling zegt:
“Ik ben echt heel erg geil.”
Dat vinden we prima en stil kijken we verder naar de regen. In de verte klimt een regenboog omhoog.
Maar dan wil ik tóch meer weten.
“Hoe geil?”
Hij kijkt me aan, zwiept zijn lange krullende haar in de lucht waardoor hij iets heeft van een jonge hond die kwispelend zijn staart omhoog gooit.
“Redelijk geil”, besluit hij.
“Komt het door het weer?” vraag ik en wijs naar één van de natgeregende tentjes, die strakgespannen voor ons staat.
“Ik denk het niet”, antwoordt hij.
Gedane zaken nemen geen keer denk ik en blijf stil voor mij uitstaren.
Maar de volgende dag glijden mijn gedachten steeds vaker af naar het mannelijk geslachtsdeel, alsof er een diepere boodschap in verborgen ligt.
“Het is mooi, het is klaar, het is goed, het is gedaan”, zingt Roosbeef mij vanuit de India-tent met ijle stem toe.
Nee, denk ik. Nee, Roosbeef. Het is veel ingewikkelder.
Vooral wanneer vriend T. de volgende ochtend zijn tent uitvalt, het bleke lange lijf even trillend op het gras blijft liggen, als was hij net uit een placenta gekropen. Dan zegt hij: “Ik word altijd zo geil als ik een kater heb.”
Verbaasd kijk ik mijn mannelijke vrienden aan. Dit heeft niks meer met het weer te maken; een strakblauwe hemel staat boven het terrein gespannen. En ook het tentzeil is kurkdroog. Maar voordat ik er wat van kan zeggen schiet alweer het volgende tentje open. Het is vriend H. die kreunend zijn spierballen naar buiten drukt. Achter hem glipt een meisje uit zijn tent naar buiten.
“Wie was dat?” informeer ik fluisterend en buig mij voorover.
“Ik geloof het buurmeisje”, weet iemand.
“Maar waarom?” vraag ik.
“Volgens mij zei hij gisteravond dat hij heel erg geil was.”
Nadenkend staar ik over het Lowlandsterrein en zie hoe het ochtendlicht de koepeltentjes beschijnt, die opgewonden omhoog bollen. De muziek zwelt aan. Mensen schreeuwen hartstochtelijk naar elkaar.
En dan weet ik het.
Het is Lowlands. Het is Lowlands. Het is Lowlands.
En botergeil zak ik in mijn stoel weer onderuit.

Voor al mijn blogberichten klik HIER

donderdag 20 augustus 2009

En dan komen de vragen

'Maar wat moet ik aan?' dacht ik de rest van de volgende dag.

Gewonnen!

JAAAAAAAAAAAAAAAHHHHHHHHEEEEEEEEEEEEEE!!!!!!!!!!!
Ik heb de Lowlands-blogwedstrijd gewonnen!!! Eindelijk mijn eerste Lowlands-optreden.
Komt dat zien, komt dat zien. Kijk hier voor de uitslag!

maandag 17 augustus 2009

De zweefmolen van de Parade

Het was middernacht toen de zweefmolen mij de hemel insloeg en ik niet meer geloofde in de zwaartekracht.

“Er vallen best veel mensen uit,” had vriend T. gezegd vlak voordat ik de zweefmolen instapte. Hij blies daarbij zijn sigarettenrook zwaar in en uit, waardoor zijn gezicht verdween achter kringelende rookwolkjes en hij iets weg had van een waarzegster die mijn toekomst wist te voorspellen.
Ik zou eruit vallen, wist ik, maar waarom stond ik hier dan weer zo geduldig in een rij op mijn naderende einde te wachten?

“Omdat iedereen gaat!” zei vriendin K. toen ik haar deze vraag voorlegde. Ze overhandigde mij het papieren toegangsbewijs. Gespannen vermorzelde ik het in mijn handen.

Toen klonk de bel. We mochten instappen.

Tussen de kleine schommels zag ik twee zweefmolenbeulen hangen. De gekleurde lampjes beschenen hun bonkige gezichten en brede borstkassen. Een van hen pulkte verveeld onder zijn nagels.
Omdat ik niet langs ze durfde te lopen, klom ik onmiddellijk het eerste zweefmolenschommeltje in. Onhandig boog ik mijn linkerbeen in een knik waardoor ik alleen nog maar achtstevoren kon zitten.
“Hoe zit jij?” riep vriendin C. achter mij, met wie ik samen in de schommel zat.
“Perfect”, zei ik en staarde somber voor mij uit.

Ik voelde hoe de zweefmolenbeul aan ons stoeltje trok. De grond liet mijn voeten los. Een briesje streek door mijn haren.
En ik keek. De gekleurde lampjes van het festivalterrein grepen langzaam in elkaar en ik voelde hoe ik ademde, en hoe de handen van de zweefmolenbeulen telkens onze schommel verder omhoog duwde. Ik greep vriendin C. vast en drukte mijzelf achterstevoren tegen haar aan.
“Hopla!” zei de beul en tijdens het draaien zag ik zijn gezicht langzaam veranderen in het gezicht van de homofiele baby uit Family Guy.

Dit is het dus, dacht ik, als mijn einde nadert verandert mijn wereld in die van komische figuren uit tekenfilms.

Daarna werd alles zwart.


Voor al mijn blogberichten klik HIER