maandag 24 augustus 2009

Waar we hier voor zijn

Dit is het verhaal dat ik tijdens de Lowlands-blogwedstrijd in de Magneetbar, onder meer, heb voorgelezen. Gebaseerd op drie dagen Lowlands (2009).

Op kleine kampeerstoeltjes zitten we voor de tent en kijken hoe de regen in dikke druppels langs het tentdoek glijdt, tot vriend F. plotseling zegt:
“Ik ben echt heel erg geil.”
Dat vinden we prima en stil kijken we verder naar de regen. In de verte klimt een regenboog omhoog.
Maar dan wil ik tóch meer weten.
“Hoe geil?”
Hij kijkt me aan, zwiept zijn lange krullende haar in de lucht waardoor hij iets heeft van een jonge hond die kwispelend zijn staart omhoog gooit.
“Redelijk geil”, besluit hij.
“Komt het door het weer?” vraag ik en wijs naar één van de natgeregende tentjes, die strakgespannen voor ons staat.
“Ik denk het niet”, antwoordt hij.
Gedane zaken nemen geen keer denk ik en blijf stil voor mij uitstaren.
Maar de volgende dag glijden mijn gedachten steeds vaker af naar het mannelijk geslachtsdeel, alsof er een diepere boodschap in verborgen ligt.
“Het is mooi, het is klaar, het is goed, het is gedaan”, zingt Roosbeef mij vanuit de India-tent met ijle stem toe.
Nee, denk ik. Nee, Roosbeef. Het is veel ingewikkelder.
Vooral wanneer vriend T. de volgende ochtend zijn tent uitvalt, het bleke lange lijf even trillend op het gras blijft liggen, als was hij net uit een placenta gekropen. Dan zegt hij: “Ik word altijd zo geil als ik een kater heb.”
Verbaasd kijk ik mijn mannelijke vrienden aan. Dit heeft niks meer met het weer te maken; een strakblauwe hemel staat boven het terrein gespannen. En ook het tentzeil is kurkdroog. Maar voordat ik er wat van kan zeggen schiet alweer het volgende tentje open. Het is vriend H. die kreunend zijn spierballen naar buiten drukt. Achter hem glipt een meisje uit zijn tent naar buiten.
“Wie was dat?” informeer ik fluisterend en buig mij voorover.
“Ik geloof het buurmeisje”, weet iemand.
“Maar waarom?” vraag ik.
“Volgens mij zei hij gisteravond dat hij heel erg geil was.”
Nadenkend staar ik over het Lowlandsterrein en zie hoe het ochtendlicht de koepeltentjes beschijnt, die opgewonden omhoog bollen. De muziek zwelt aan. Mensen schreeuwen hartstochtelijk naar elkaar.
En dan weet ik het.
Het is Lowlands. Het is Lowlands. Het is Lowlands.
En botergeil zak ik in mijn stoel weer onderuit.

Voor al mijn blogberichten klik HIER

Geen opmerkingen:

Een reactie posten